Borstkanker (gemetastaseerd)

Borstkanker (gemetastaseerd)

Auteur(s): 

prof. dr. E. Boven, internist-oncoloog

Reviewer(s): 
dr. J.R. Kroep, internist-oncoloog

Introductie

In Nederland wordt jaarlijks bij 14.000 vrouwen de diagnose mammacarcinoom gesteld en er zullen ongeveer 3.300 vrouwen aan de gevolgen van deze ziekte overlijden. In de afgelopen jaren is de mortaliteit gedaald door verbeteringen in de vroege detectie van primair mammacarcinoom en de winst van betere adjuvante behandelingen. Op het moment van de diagnose worden bij ongeveer 6% van alle vrouwen metastasen gedetecteerd. Na behandeling voor primair mammacarcinoom ligt de vroege piek van metastasering bij twee tot drie jaar, ongeacht de hormoonreceptorstatus. Na vijf jaar zijn het vooral nog de hormoonreceptorpositieve tumoren die afstandsmetastasen ontwikkelen; incidenteel kunnen afstandsmetastasen zich na tien jaar manifesteren.
In geval van gemetastaseerde ziekte zal curatie vrijwel onmogelijk zijn. Het doel van de medicamenteuze behandeling is dan ook de kwaliteit van leven te optimaliseren, complicaties van ziekte te voorkomen en zo mogelijk ziekteprogressie en overlijden uit te stellen. Daartoe is een groot arsenaal aan medicamenten beschikbaar. Bij het besluit tot de meest effectieve en minst toxische behandeling worden drie belangrijke aspecten betrokken: het klinische gedrag van de metastasen, de moleculaire karakteristieken van de (primaire) tumor en de patiënt zelf. De keuzes uit de verschillende medicamenten met betrekking tot de patiënt zelf, zoals performance status, reeds bestaande schade aan orgaanfuncties (lever, nieren, hart, longen, beenmerg), alsmede de wens van de patiënt zelf, zullen hier buiten beschouwing worden gelaten.